Coöperatieve werkvormen zijn op verschillende momenten van de les inzetbaar en stimuleren het samenwerken. Een legpuzzel is een van de 17 coöperatieve werkvormen om leerstof op te zoeken en met elkaar te delen.
De leerkracht verdeelt de leerstof in vier gelijke stukken. Leerlingen zitten in groepjes van vier. Alle nummers één van de groepjes zitten samen en werken hun deel uit, daarbij moeten ze naar elkaar luisteren, met elkaar overleggen en overeenstemming bereiken. De nummers twee, drie en vier doen hetzelfde.
Daarna gaan de leerlingen terug naar hun eigen groepje en voegen ze alle informatie samen of presenteren ze de informatie aan elkaar. De leerkracht evalueert vervolgens met de leerlingen het groepsresultaat. Er zijn twee opties:
- Open één Presenter-bestand, verdeel de leerstof in vier delen en zet deze op vier verschillende pagina’s. Sla dit bestand op en deel dit bestand met de leerlingen. Elk groepje krijgt een eigen pagina om in te werken.
- Verdeel de leerstof in vier Presenter-bestanden. Sla deze bestanden op en deel de bestanden met de groepjes. Elk groepje krijgt één bestand om in te werken. Elk groepje vult meerdere pagina’s in hun eigen Presenter-bestand. Sla deze bestanden op en deel ze met alle leerlingen.