Breng de verdeling van een vlak in beeld. Je kunt de breuken op 3 verschillende manieren weergeven: horizontaal, verticaal en vierkant. Daarnaast kun je aangeven welke breuken zichtbaar zijn in de tool.
Klik op de aanwijsknop in de gereedschapsbalk om de tool te bedienen. Schuif een volledig vlak of een breuk naar één van de vakken met een stippellijn. Zodra een breuk in een vak ligt kun je deze weer oppakken en verschuiven naar een ander vak. Wanneer je bij de instellingen kiest voor ‘uitlijnen’ of ‘vrij plaatsen’ kun je breuken ook op elkaar leggen. Laat je een breuk buiten de vakken met de stippellijn los, dan verdwijnt de breuk.
Klik op ‘Reset’’ om alle vakken met een stippellijn leeg te maken.
