Breng de verdeling van een cirkel in beeld. Je kunt aangeven welke breuken zichtbaar zijn in de tool.
Klik op de aanwijsknop in de gereedschapsbalk om de tool te bedienen. Schuif een cirkel met stippellijn in het werkveld. Schuif vervolgens een volledige cirkel of een breuk in de cirkel met een stippellijn. Zodra een breuk in een cirkel ligt kun je deze weer oppakken en verschuiven naar een andere cirkel. Laat je een breuk buiten de cirkels met de stippellijn los, dan verdwijnt de breuk.
Klik op ‘Herstel’ en alle breuken en cirkels met stippellijnen verdwijnen uit het werkveld.