Leer jouw leerlingen nieuwe woorden en betekenissen rondom het thema ‘Tijd’. Het heden, het verleden en de toekomst staan hierbij centraal.
Bied woorden aan met behulp van een verhaal, afbeelding en tijdmachine. Bespreek daarna woorden met de bijbehorende betekenissen, label de woorden rondom tijdmachine en categoriseer de woorden die horen bij het heden, verleden of de toekomst.
Ga vervolgens aan de slag met kaartjes omdraaien met betekenissen, schuif woorden naar de juiste betekenis en zoek de woorden in de woordzoeker.
Sluit de les af met een ProQuiz. Deze kun je met of zonder devices doorlopen.