Besteed aandacht aan de Nederlandse grammatica en laat leerlingen zinnen woord voor woord ontleden.
Leerlingen oefenen het werkwoord, het zelfstandig naamwoord, het bijvoeglijk naamwoord, het voornaamwoord, het bijwoord, het lidwoord, het telwoord, de voorzetsels en het voegwoord.
Oefen klassikaal op je touchscreen of individueel op een device.