Haal de voorkennis van de leerlingen op over het verschil tussen feiten en meningen.
Gebruik ProConnect om te stemmen of de gegeven stellingen feiten of meningen zijn. Verduidelijk de begrippen ‘argument’ en ‘beargumenteren’ met behulp van de afbeeldingen en teksten en zoek vervolgens de argumenten op in het verhaal.
Orden de argumenten op basis van hun kwaliteit en bekijk tenslotte de flitskaarten om te discussiëren of hierop feiten, meningen of argumenten zijn weergegeven.
Deze les kun je klassikaal aanbieden met een touchscreen of individueel op een eigen device.